Waarom Internationale Vrouwendag nog steeds nodig is
En wij als moeders voor gelijke rechten en kansen strijden
Vandaag 8 maart 2025 is het Internationale Vrouwendag. Normaal gesproken sta ik hier niet zo uitgebreid bij stil, ondanks dat ik mezelf best feministisch zou noemen. Maar dit jaar voelt het anders. Het maakt me boos dat we deze dag nog steeds nodig hebben. Het feit dat er nog steeds ongelijkheid bestaat, dat sommige basisrechten van vrouwen ter discussie worden gesteld, het voelt alsof we een stap terugzetten in plaats van vooruit.
Neem bijvoorbeeld het recht op abortus. In Nederland is abortus gelukkig legaal, maar zelfs hier blijft het onderwerp gevoelig en staan veranderingen in de wetgeving ook nu weer ter discussie. Wereldwijd staan abortusrechten onder druk, en dat sijpelt door naar hier. Hoe kan iets dat simpelweg onder gezondheidszorg valt nog steeds als een politiek strijdpunt worden gezien? Het gaat hier over het recht van een vrouw om over haar eigen lichaam te beslissen. Dat zou toch geen discussiepunt meer mogen zijn?
En het gaat verder dan alleen reproductieve rechten. In de medische wereld bestaat nog steeds een enorm verschil. De meeste medische studies worden nog steeds gedaan op mannen, waardoor er over het vrouwenlichaam simpelweg minder bekend is. Het gevolg? Vrouwen worden vaker niet serieus genomen bij de huisarts. Klachten worden afgedaan als ‘stress’ of ‘hormonale schommelingen’ terwijl er onderliggend iets anders speelt. Het is frustrerend om te zien hoe dit keer op keer gebeurt en dat we ons als vrouwen soms extra moeten bewijzen om simpel weg serieus genomen te worden.
Dit zie je ook terug bij de diagnose van ADHD en ASS (autismespectrumstoornis) bij vrouwen. Bij meisjes en vrouwen uiten de symptomen zich vaak anders dan bij jongens en mannen. Ze zijn minder zichtbaar, subtieler wat maakt dat ze vaak over het hoofd worden gezien. Diagnostische criteria zijn grotendeels gebaseerd op mannensymptomen, waardoor vrouwen jarenlang ongediagnosticeerd kunnen blijven en tegen muren aan blijven lopen.
Als moeder van een meisje maakt dit me extra bewust van de wereld waarin ze opgroeit.
Ik wil Tennessee meegeven dat ze haar stem mag laten horen, dat ze net zoveel recht heeft op ruimte en respect als ieder ander. Maar soms voelt het alsof je als moeder dubbel zo hard je best moet doen om dat duidelijk te maken. Dat ze mag opkomen voor zichzelf, dat ze mag vertrouwen op haar gevoel en dat ze serieus genomen wordt, altijd.
Daarom leer ik haar vanaf dat ze een baby was al dat haar lichaam van haar is. Elk onderdeel van haar lijf benoem ik bij de juiste naam. Niet alleen omdat het belangrijk is dat ze haar eigen lichaam leert kennen, maar ook omdat het haar helpt om te begrijpen dat alleen zij bepaalt wat er met haar lichaam gebeurt. Als iemand haar een knuffel of een kus wil geven, is het haar keuze of ze dat wil of niet. Niemand heeft zomaar het recht om haar aan te raken. Het enige moment waarop dat net iets anders is, is wanneer we samen naar de dokter gaan. Maar zelfs dan krijgt ze stap voor stap uitgelegd wat er gaat gebeuren en waarom. Zo voelt ze zich niet overrompeld en blijft het haar keuze.
Ik weet dat sommige mensen dit overdreven vinden. Maar als moeder van een meisje voel ik die verantwoordelijkheid extra zwaar. Ik merk dat dit bij moeders van dochters vaker speelt dan bij moeders van zonen. Het idee dat ze haar lichaam kent en dat ze haar grenzen durft aan te geven, is voor mij geen luxe het is noodzakelijk. Het is mijn taak om haar sterk genoeg te maken om haar stem te laten horen. Om serieus genomen te worden. Om net zoveel recht te hebben als ieder ander.
Dat is waarom Internationale Vrouwendag nog steeds nodig is. Niet omdat we ons slachtoffer voelen, maar omdat er simpelweg nog werk te doen is. Voor onszelf, maar vooral voor onze dochters.