Lichtpuntjes
HG zwangerschap Deel 2
In die eindeloze stroom van dagen die vooral bestonden uit overleven, aftellen, uithouden — waren er ook kleine lichtpuntjes. Momenten waar ik me aan vastklampte.
Echo’s.
Elke keer als er weer een echo gepland stond, leefde ik daar naartoe. Het voelde als een anker. Iets tastbaars, iets positiefs in een zee van ellende.
In die paar minuten waarin ik het kloppende hartje zag, het kleine lijfje op het scherm — wist ik weer waarom ik dit allemaal doorstond.
Want eerlijk? Soms vergat ik het.
Soms was ik zó ziek, zó ver weggezakt in mijn eigen lijf, dat ik niet eens meer dacht aan het feit dat er een kindje in mij groeide.
Het voelde meer als ziek zijn dan als zwanger zijn.
Maar dan was daar dat donkere kamertje, de koude gel op mijn buik, het zachte gezoem van het echoapparaat.
En dan verscheen dat kleine wondertje op het scherm.
Een hoofdje. Armpjes.
Beentjes die al trappelden, terwijl ik ze zelf nog niet kon voelen.
Een hartslag die danste.
Elke keer als ik dat beeld zag, werd ik overspoeld door emoties.
Blijdschap.
Opluchting.
Verwondering.
Maar ook verdriet. Omdat ik zó graag wilde genieten van deze zwangerschap, en dat niet lukte.
Toch gaf het me kracht.
De echo’s gaven mij een doel, een focuspunt.
Dat kleine kindje was de reden waarom ik het volhield. Waarom ik door bleef gaan, ondanks alles wat mijn lichaam en geest te verduren kregen.
Het was alsof elke echo mij weer even herinnerde aan de uitkomst.
Aan het feit dat er leven groeide, juist op de momenten dat ik mijzelf voelde afbrokkelen.
Het waren die momenten waarop ik voelde: het is niet voor niets.
Ik doe dit niet zomaar.
Er is een reden. Een prachtig, klein, nieuw leven!
Soms probeerde ik tijdens zo’n echo iets langer te blijven liggen. Gewoon… even blijven kijken. Even verbonden zijn met dat leven in mij. Even de wereld buiten de deur houden.
Alsof ik de kracht uit het beeld probeerde te halen om de komende weken weer door te komen.
De echo’s waren mijn zuurstof. Mijn hoop.
En hoewel ik na elke afspraak weer terugging naar de realiteit van overgeven, duizeligheid en uitputting, droeg ik het beeld van dat kloppende hartje met me mee.
Zoals je een foto meeneemt in je tas.
Als bewijs.
Als herinnering aan wat er komt.